Typisch land, India

Het is 35C in mijn gigantische slaapzaal met ijzeren bed als ik dit schrijf. De airco, op zich al bijzonder dat die er is, blaast alleen maar warme buitenlucht naar binnen, maar ik lig dáár niet wakker van. Vandaag zijn we samen met Father Patrick naar Dindigul vertrokken waar onze nieuwbouw van start is gegaan. De grond, die geschonken is door het diocees van Dindigul, is er al geëgaliseerd en er staat al een bouwkeet met twee toiletten voor de bouwers. Wij gaan er de plannen bespreken en de bouwplaats met eigen ogen aanschouwen. Father Patrick heeft de supervisie gehad van de bouw van het gigantische ziekenhuis in Vellamadam en heeft dus veel ervaring met de materie. Omdat hij geen belanghebbende is, de relaties met hem goed zijn en hij volledig te vertrouwen is, hebben wij gevraagd of hij mee wil gaan om te beoordelen of alles correct verloopt. 's Ochtends om 06.00 uur staat hij met een grote witte MPV voor het ziekenhuis. De chauffeur, Solomon, maakt de auto nog eens schoon en de reis van vijfenhalf uur kan beginnen.

Rijden op een Indiase vierbaans 'snelweg' heeft iets aparts. Je kunt er van alle verkeer tegenkomen: van voetganger, fietser, koe en wagen, tuktuk, brommer, scooter, motor tot allerlei varianten op vrachtauto's en bussen. De claxon wordt voortdurend gebruikt om aan te geven dat je op de weg bent en af en toe komen fietser, tractors of auto's je op de verkeerde weghelft tegemoet. Het landschap is aanvankelijk wat saai en doet wat industrieel aan, waarbij de windmolens en gigantische fabrieken erg opvallen. De vervoersmiddelen zijn volgepropt met mensen en ik heb tuktuks voorbij zien komen die 10 tot 12 passagiers vervoerden. En dat met deze temperaturen.

Onderweg zijn we even gestopt om koffie te drinken en om Father Patrick te laten ontbijten. Van buiten zag de rustplaats, die vlak bij de tolwegpoortjes was gesitueerd, er rommelachtig uit, maar eenmaal binnen was het schoon en netjes met formica meubilair ingericht. De koffie werd op traditionele manier buiten bij de ingang gemaakt en was best lekker. Het stalen kopje wordt in een schaaltje met melk geserveerd, zodat je door overgieten de temperatuur naar wens kunt maken. Het vergt enige vaardigheid en Jan toont zich hierin een ware meester. We vervolgen de weg en maken maar geen gebruik van het toilet, dat buiten het restaurant gesitueerd is en met geen pen te beschrijven valt. We hebben er ook maar geen foto van gemaakt.

Als we in Dindigul zijn aanbeland, is het even zoeken naar het Bisshop's House waar we zullen logeren. Father Phillip, die er woont, moet ons komen ophalen en ons voorgaan op weg naar onze verblijfplaats voor de komende dagen. Hij verschijnt in een spierwitte terreinwagen en komt zo te zien niks te kort. Waar Father Patrick bescheiden is, doet Father Phillip een beetje patserig over. We rijden met hoge snelheid door het verkeer en bereiken even later de residentie van de bisschop.

Deze residentie staat in schril contrast tot de omgeving. Het is een prachtig, goed onderhouden, paar jaar oud gebouw met een groot beeld van Jezus op het dak. Je benadert het via een grote ingang en een oprijlaan. De residentie met vele, vele kamers wordt bewoond door 5 priesters, een paar in het wit geklede nonnen en het personeel. Het is een goed alternatief voor de omstandigheden buiten de residentiepoort lijkt me. Het gebouw is in een vierkant gebouwd met een grote patio als centrum. In deze patio staat een kapel waar de nonnen en priesters regelmatig bidden. Wij worden naar onze kamers geleid; ieder van ons krijgt een kamer van 8x7 meter met een bed in het midden van de kamer. Tegen de wand staat een bureau met een plastic tuinstoel ervoor en we hebben ieder de beschikking over een Westers toilet en een douche met warm en koud water. Je hoort mij niet klagen dat de airco het niet doet.

Nadat we gegeten hebben en verplicht een uurtje moesten rusten op onze kamer (buiten is het te heet en binnen is in het lege gebouw niks te doen) gaan we naar de bouwplek net buiten Dindigul. Het wordt een tocht die ik niet gemakkelijk zal vergeten; nog nooit heb ik zoveel armoedige toestanden gezien. We reden met onze grote witte auto al claxonerend door een derdewereldland, zoals je dat jezelf voorstelt; maar dan 100 keer erger. Ik ben er nog van onder de indruk; hoe kán zoiets bestaan! Jan zei dat de sloppenwijken in Mumbai nog erger zijn, maar ik kon dit al bijna niet aan. Ik werd er stil van en ik schaamde me voor mijn welvaart.

Op het bouwterrein dat iets buiten de arme wijk op het platte land ligt, werden we vriendelijk ontvangen door de gehandicapte beheerder die ook als PR-man werkt. Hij loopt moeilijk en heeft grote problemen met zijn benen. De bouwkeet met keuken en de toiletten zijn mooi onderhouden en er is ook een groententuintje aangelegd dat voorziet in de behoefte. Tegenover het bouwterrein worden motoren gerepareerd; er staan zo'n 20 mannen bijeen die rustig hun beurt afwachten tot het moment dat ze geholpen kunnen worden. Op het moment dat wij er zijn wordt er door vier man elektriciteit aangelegd; de waterleidingen liggen er ook al.

We wachten samen met Father Phillip en Father Patrick op de architect die even later met een gloednieuwe rode Volkswagen Golf met chauffeur voor komt rijden. De man heeft een zeer donkere huidskleur, heeft gouden sieraden om en gebruikt een dure vulpen. De tekeningen die hij heeft meegenomen zijn met een computerprogramma gemaakt, maar zijn schetsmatig van opzet. Bovendien komen ze niet overeen met wat wij met Father Phillip hadden afgesproken. Daarbij komt ook nog dat Father Phillip voor zichzelf een mooi Office-gebouw in gedachten had waar hij en zijn gasten konden verblijven. Mooi niet dus... De besprekingen verliepen moeizaam en duurden zeker twee uur. Uiteindelijk kwamen we er met de hulp van de ervaren Father Patrick uit.

Het oorspronkelijke plan moet worden aangepast. Een afgevaardigde van Wilde Ganzen had de bouwplek bezocht en voorstellen gedaan ter verbetering. Dit hield in dat de doelgroep moest worden aangepast; er was in Zuid-India vooral behoefte aan activiteiten en projecten voor 11- tot 18-jarigen. Voor de andere leeftijdsgroepen was nu in de laatste jaren met hulp vanuit het buitenland al een en ander opgezet. Morgenvroeg zouden de eerste aanpassingen al op papier worden gezet en zullen we ze met Father Phillip en de architect doorspreken.

Om 19.00 uur gingen we naar een luxe restaurant in het centrum. Hiervoor moesten we eerst weer door de "derdewereldwijk", hetgeen op zich niet zo bevorderlijk is voor de eetlust. We hebben er wel lekker gegeten en het viel Hanny op dat zij als vrouw door het personeel werd gediscrimineerd. Telkens werd zij het laatst gevraagd wat ze wilde en kreeg ze als laatste, nadat de mannen uitgegeten waren, haar eten. Father Patrick bevestigde dat dit helaas gebruikelijk is in India omdat de mannen graag willen laten zien dat zij de baas zijn. De vrouwen hebben het echter bij familieaangelegenheden en in huis voor het zeggen. Typisch land, India.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!