De school van Jan
Vandaag stond een bezoek aan de school van Jan op de agenda. Deze school in Alanchi was in 2007 opgeleverd en Jan heeft de bouw van deze school op zich genomen nadat zijn oom Joop van Corven hem hier had geïntroduceerd. Dit project lag ten grondslag aan de oprichting van de Stichting Jeugdwelzijn Zuid-India, waarvan ik bestuurslid ben. Het is dus speciaal dat ik dit mooie project met eigen ogen eens kan zien. Tot nu toe is het een voor mij een project van "horen zeggen" geweest. Nu komt de kans om het project zelf eens te bekijken.
Het is op de foto's die ik gezien had een mooi gebouw, met veel klaslokalen, een grote ruime speelplaats en de school ligt niet ver van het strand aan de Lakshadweep Zee. Jan heeft veel tijd en moeite in dit project gestopt en het is dus logisch dat hij zich met deze school bijzonder gebonden voelt.
De reis naar Alanchi is vanuit Vellamadam ongeveer anderhalf tot twee uur reizen. De reis gaat eerst langs Nagercoil, omdat onze chauffeur van de dag van aankomst, Durai, een simkaart voor mij heeft gekocht waarmee ik kan tegen lage kosten kan bellen. Dat is een stuk voordeliger dan de telefoongesprekken via Vodafone Nederland te laten verlopen. Voor Rs 1000 (ongeveer €13) kun je hier behoorlijk wat bellen. De internetdekking is nog niet optimaal, maar in de grote steden is het bereik niet slecht.
Vanuit Nagercoil gaat de weg langs exotische oorden en eigenlijk is het gebied langs de weg bijna bewoond. Overal zie je mensen die langs de wegen lopen, ontelbaar veel motorrijders, toektoeks, bussen vrachtauto's en soms zelfs een enkele fiets. Het meest in het oog springend voor mij is dat velen, ongeacht het vervoersmiddel, op creatieve wijze hun bagage of medepassagiers weten mee te nemen. Het is gewoon om als vader en moeder de twee kinderen op de motor mee te nemen; de jongste voorop de tank en de andere tussen vader en moeder geklemd. Soms snap je niet dat er zoveel melkbussen op één motor passen. Vrachtauto's worden torenhoog beladen, waarbij de persoon die de spullen heeft opgestapeld bovenop is gaan zitten om de boel bijeen te houden. Het is een logische werkwijze omdat die persoon eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen, niet de stapel op hoeft te klimmen om vervolgens de vrachtwagen weer te legen. Het is logisch, maar gezien de conditie van de wegen levensgevaarlijk.
Een ander opvallend punt is het onophoudelijk claxonneren van elke chauffeur, of hij nu een motor, auto, toektoek, bus of vrachtauto bestuurt. Links- en rechtsom passeren de verkeersdeelnemers elkaar, hetgeen door de kuilen in de weg wel te verklaren valt.
Slingerend en toeterend bereikten wij Alanchi en reden het schoolplein op. De kinderen stonden buiten al klaar en onder gejuich werden wij ontvangen. Het gebeurt niet dagelijks dat er Westerlingen op bezoek komen en zeker niet als daar ook nog Jan tussen zit, wiens naam daar op plaquettes terug te vinden is. Helaas mochten we van de directeur niet uitstappen en moesten we rechtsomkeer maken omdat we eerst in de pastorie verwacht werden. We vonden dat wel vreemd, maar ja, kindvriendelijkheid staat niet altijd bovenaan bij dit soort ontvangsten. We hebben wel fijntjes laten weten dat we dat vreemd vonden.
Na een korte ontvangst op de pastorie liepen we te voet naar de school en via het gebouw voor de voorschoolse opvang, gingen we naar de primairy school. Eerst kregen we een rondleiding door de klaslokalen waar het door de Stichting Jeugdwelzijn Zuid-Indiageschonken meubilair getoond werd. Daarna gingen we door een haag van leerlingen naar de aula. We mochten de trap niet op alvorens een tikka op het voorhoofd tussen de ogen opgedrukt te krijgen; mijn eerste "derde oog". Ook was er onderaan de trap een Lotus getekend van gekleurd fijn zand. Boven aangekomen zaten ongeveer 350 leerlingen in het gelid en een gejuich en applaus ging op bij onze binnenkomst. We kregen een ereplaats en er werd een leuk programma getoond door kinderen uit alle klassen. De kinderen hadden er plezier in en wij hebben er ook van genoten. Het enige minpuntje was het oorverdovend harde geluid van de muziekinstallatie. Maar als je inIndiabent (geweest) weet je dat er uit veel tempels dag en nacht knoertharde muziek klinkt. Ook in idyllische oorden wordt de serene rust van tropische geluiden verstoord door de tempelmuziek die over het landschap schalt.
Voldaan gingen we naar huis; benieuwd naar wat morgen ons gaat brengen. Het geplande programma kwam te vervallen, dus ziet het ernaar uit dat we wat tijd voor onszelf zullen hebben.
India, een bijzonder land
Het was vandaag weer een totaal andere dag dan gisteren. Het ochtendritueel was hetzelfde; ontbijt om 08.00 uur, gezamenlijke start van de dag om 09.00 uur en even de vuile was naar de wasserij brengen. Jan ging even naar de arts in verband met aanhoudende keelproblemen. Hij kreeg een antibioticakuur voorgeschreven en gaande weg de dag kon hij (en wij) het verschil al een beetje merken.
Vandaag zou in het teken staan van bezoeken aan twee centra voor hulp aan kinderen.De eerste was een eenvoudig centrum voor hulp aan kinderen met een verstandelijke en soms meervoudige beperking. De weg naar het plaatsje was slecht en voer langs idyllische plekken. Je was in een andere wereld, betoverend en intrigerend. Je komt zintuigen tekort als je zo door het dichtbegroeide gebied rijdt. Op een gegeven ogenblik reden we door een windmolenpark waarbij die in Nederland zouden verbleken. Het had duidelijk geen rol gespeeld dat ze niet in het landschap thuishoorden. Er word klaarblijkelijk veel geld verdiend aan de zo opgewekte elektriciteit en als klap op de vuurpijl hoorden we dat er op 30 km afstand een nucleaire centrale was aangelegd met hulp van de Russen, ondanks de protesten die de bouw 20 jaar hebben weten op te houden.
Bij het eerste centrum in Chettikulam aangekomen, werden we ontvangen door de sociale werkers, de directeur en een tiental ouders van kinderen die daar gedurende de dag werden opgenomen. De ontvangst was hartelijk en de ouders, die speciaal voor deze happening waren komen opdagen, kregen de gelegenheid om hun situatie aan ons uit te leggen. De verhalen die we hoorden waren hartverscheurend. De zorg van geestelijk gehandicapte kinderen drukte erg op het leven van de ouders. Sommigen kregen het verwijt van hun omgeving dat de handicap van de kinderen hun schuld was. Ook was het moeilijk om de kinderen te onderhouden omdat het extra kosten en zorgen met zich meebracht. Ze waren ontwapenend open naar ons toe en wij kregen de indruk dat ze ook veel steun bij elkaar konden vinden.
Daarna werden we naar de ruimte gevoerd waar de 14 gehandicapten bij elkaar in een kring op de grond zaten. Het was me duidelijk dat ze voor de gelegenheid netjes gekleed waren. Er was een jongeman die een lied voor ons zong en omdat aangekondigd was dat ik musicus was, kon ik er niet onderuit om onder grote hilariteit "De Zilvervloot" te bejubelen. We gingen gezamenlijk op een groepsfoto, waarbij wij als vroegere notabelen op een rijtje op een stoel moesten gaan zitten terwijl de rest er omheen ging staan. Er hielp geen moedertjelief tegen, wij moesten daar plaatsnemen. Wat me bij bleef van het bezoek was de troosteloosheid van het bestaan van deze mensen in de maatschappij waarin ze leven. Er is een gebrek aan alles, behalve aan liefde door de mensen die hen verzorgen. Wat hebben wij het toch rijk en wat is het toch een gênante vertoning dat wij daar als rijke Europeanen in zo'n arme omgeving rondlopen. De enige troost die ik me kon geven, was dat de rijke Indiërs in hun gigantische grote huizen helemaal niks doen voor deze mensen. Dat rechtvaardigt voor mijzelf mijn aanwezigheid hier een beetje. Ik doe wat ik kan en probeer een steentje bij te dragen, al weet ik dat het een druppel op een gloeiende plaat is.
We vervolgden onze tocht naar het Adolf Kleijn Rehabilitation Center in Mylaudy. Wat een contrast met het vorige instituut! Dit door Duitsers opgerichte centrum heeft alles wat er maar nodig is om orthopedische uit te voeren en nazorg te geven aan kinderen. De chirurg, fysiotherapeuten en vrijwillers woonden en werkten in een gebouwencomplex dat ook in Duitsland had kunnen staan. De ontvangst en de presentatie was dan ook gelikt en efficiënt gericht op het werven van (Duitse) fondsen. Er werd ontegenzeggelijk goed werk verricht; per jaar worden er 500 kinderen behandeld, hetgeen een hoog gemiddelde is. Toch wringt het op een of andere manier als je binnen een paar uur twee van zulke uitersten bezoekt. Het beeld van het eerste centrum liet me niet los.
Na een korte autorit door het prachtige landschap bereikten we Een buitenwijk van Nagercoil waar het hoofdkantoor van ProVision, de organisatie die veel hulp coördineert, is gevestigd. Dr. S. Johnson Raj, die ons heel de reis had vergezeld, toonde ons middels een Powerpoint-presentatie wat de doelen waren op korte en lange termijn en naast personeel van ProVision waren de beide leiders van het eerste centrum en de fysiotherapeut en technicus van het tweede centrum aanwezig. Dr. S. Johnson had ook een sheet over de behaalde resultaten van het project dat wij als Stichting Jeugdwelzijn Zuid-India hadden gesponsord. Na afloop vertelde ik dat ik onder de indruk was van de presentatie, de behaalde resultaten en de werkwijze van de beide centra, maar dat me opviel dat er zo'n groot verschil was tussen het rijke tweede centrum en het arme eerste centrum. Ik vroeg of het niet voor de hand zou liggen om wat eerlijker de welvaart te delen, vooral omdat het eerste centrum helemaal niks had. Er volgde een reeks omzwervende antwoorden van de fysiotherapeut die over baby's en zithoudingen ging praten, waaruit bleek dat hij volledig niet op de hoogte was van hetgeen zich op het eerste centrum afspeelde. De beide leiders van het eerste centrum waren dankbaar dat we voor hen opkwamen, maar verder dan een belofte van ProVision dat het hun aandacht had, kwamen we die ochtend niet.
We gaven de leiders van het eerste centrum de kleurboeken, kleurpotloden en spelletjes cadeau die we uit Nederland hadden meegenomen en die werden in dank ontvangen. 's Avonds kreeg Hanny het bericht dat haar vriendin Hanny van Korlaar was overleden. Het bericht kwam hard binnen en drukte een stempel op de avond. Ook deze dag heeft weer veel indruk op me gemaakt. Ik ben benieuwd wat morgen zal brengen.
Een dag met uiteenlopende ervaringen
Vanochtend rond 08.00 uur ons gezamenlijk ontbijt genuttigd in aanwezigheid van Hieronimus, de directeur van het ziekenhuis. Na het eten hebben we een ochtendritueel van het ziekenhuispersoneel meegemaakt. In de grote ontvangsthal van het ziekenhuis ging het personeel (en wij) in een kring staan en er werden enkele liederen in Tamil gezongen; fraaie melodieën die ook nog eens goed gezongen werden. Daarna wat stichtelijke woorden door het hoofd administratie en de directeur, waarna iedereen aan het werk ging.
We maakten wat uitgebreider kennis met Josephine die ons een rondleiding door het ziekenhuis gaf. Jan kende het daar al en trok zich terug op zijn kamer. Hanny en ik kregen een rondleiding door het ziekenhuis en mochten met al het personeel en de ouders van de patiënten spreken. Het is een kinderziekenhuis en ze hebben een regionale functie. De kinderen mankeren echt iets als ze hier terecht komen en ze zijn hier dan ook van alle markten thuis. Het nieuwe, goed uitgeruste ziekenhuis doet hier en daar naar Westerse begrippen verouderd aan, maar de expertise en toewijding van de doktoren en chirurgen is buitengewoon groot. We hebben het gehele ziekenhuis doorgelopen en met vele doktoren, verplegers, apothekers, laboranten en administratief personeel gesproken. Het meeste indruk maakte de zaal van de vroeggeborenen op mij; er lagen twee baby's van 28 en 34 weken (niet in een couveuse). Wij moesten onze schoenen uitdoen, kregen teenslippers aan, moesten een operatieschort aan en een mondkapje aanknopen. Wat is zo'n kwetsbaar mensje onder blauw licht en een gebreide rode willen muts op toch ontroerend. De liefde waarmee er voor die baby's werd gezorgd was geweldig.
Na de rondleiding gingen we met Patrick Savier naar de stad Nagercoil die ik al een beetje begin te kennen. Patrick is ongeveer 50 jaar en was voor Heronimus directeur van het ziekenhuis. Ik denk dat ik nu zelf naar Nagercoil zou kunnen rijden, ware het niet dat ik nog niet de ware rijstijl eigen heb gemaakt. Patrick reed beduidend rustiger dan de chauffeurs van gisteren, dus dat was weer mooi meegenomen. We gingen in de stad naar een kleermakerij waar ik aan de hand van een catalogus een traditioneel Indisch pak heb uitgekozen. De kleermaker zei me hoeveel meter stof hij nodig had en we gingen in een speciaalzaak om de hoek een stof uitzoeken. Ik heb nog nooit in mijn leven zo'n grote stoffenzaak gezien. Bovendien was er buitensporig veel personeel dat je zowat besprong bij binnenkomst. De keuze was snel gemaakt en met de stof gingen we terug naar de kleermaker. Die sloeg aan het meten en komende zaterdag kan ik het pak op komen halen. Ik ben benieuwd.
De lunch stond weer klaar bij thuiskomst in Vellamadam en na deze lunch heb ik in de ICT-ruimte van het ziekenhuis even deze reisblog online kunnen zetten. Internetten, appen, sms-en moeten even op een lager pitje worden gezet. De faciliteiten zijn hier niet zoals we in Nederland gewend zijn en geven voor ons beperkingen waar je toch aan moet wennen. Er stond een bezoek aan de opvang van nomadenkinderen op de agenda. Deze opvang staat buiten de compound in de wijk gesitueerd en het eerste dat opvalt, is dat het super schoon is. De kinderen zijn gescheiden in een gebouw voor de jongens en een voor de meisjes. Als eerste bezochten we de jongensafdeling. De levensverhalen van die jongens zijn hartverscheurend en wat mij opviel was dat ze gelukkig oogden en niet zichtbaar leden onder hun levensgeschiedenis. Ze hebben het hier honderden malen beter dan waar ze uit gehaald zijn en hebben op jonge leeftijd al geleerd in het moment te leven en niet te grote verwachtingen te hebben.We bekeken het gebouw en gaven de jongens en hun drie geweldige begeleiders wat meegenomen cadeautjes. Toe we naar buiten liepen reed daar een ijscokar. We hadden al afscheid genomen, maar Hanny wilde alle kinderen op een ijsje trakteren. Dit was een schot in de roos! Kinderen blij, de ijscoman de dag van zijn leven (de jongeman verkocht ineens 26 ijsjes - €1,50) en wij gingen onder de indruk weer naar het ziekenhuis.
Onderweg vroeg ik me af wat het met je doet als je van de maatschappij, jouw leefomgeving, als kind al te horen krijgt dat je er niet toe doet. Iedereen bekijkt de wereld vanuit zichzelf en vindt zichzelf de moeite waard. Maar wat nu als jouw ouders bedelen, jouw niet belangrijk vinden, scholing niet zien zitten of niet in de omgeving zijn? En als de maatschappij genoeg problemen met zichzelf heeft en zich niet om jouw bekommerd? Hoe kun je daar mee leven?
Ik heb er met Patrick wandelend op weg terug naar het ziekenhuis over gesproken. Hij stelde dat er in zijn ogen twee vormen van bestaan zijn: als eerste vanuit het referentiekader van jouw ouders, de familie en school en als tweede een opgebouwd uit ervaringen, goed of slecht. Bij de tweede leef je volgens hem meer van dag tot dag; in het nu. Bovendien zou je ambitieniveau daardoor lager zijn; je ziet wel wat er op je afkomt en het maken van plannen hoort daar niet bij. Hierdoor kun je meer genieten (of treuren) van het moment. Het is een meer op intuïtie gebaseerde levenshouding. Het zou kunnen verklaren waarom de jongens, op het moment althans dat wij hen zagen, op dat moment gelukkig waren. Het bezoek gaf me stof tot nadenken en ik ben ook hier nog lang niet uit.
's Avonds gingen we naar een verjaardagsfeest van Alex Johnson, die ons een dag eerder in Muttom had ontvangen. Hij kwam ons ophalen met zijn auto en bracht ons naar zijn riant onderkomen vlak bij het ziekenhuis. Jan, Hieronimus, Hanny en ik waren de enige gasten en het gezin van Alex had zich uitgesloofd om de ontvangst overdadig te laten zijn. We begonnen met een Schwartzwalder Kirsch en eindigden met een uitgebreide maaltijd. Net als gisteren at het gezin niet gelijktijdig met ons; naar gebruik werden wij als gasten bediend, zodat we maar niks tekort zouden komen. Jan voelde zich niet goed en daarom gingen we rond een uur of negen naar het ziekenhuis terug. Daar aangekomen hebben we nog even genoten van elkaars gezelschap en van de nachtgeluiden die hier erg betoverend zijn.
Een mooie en waardevolle dag in India.
Eenmaal aangekomen op het vliegveld Trivandrum gaat het uitstappen van de passagiers weer op de gebruikelijke onzinnige manier. Het vliegtuig staat nog niet stil of het merendeel van de passagiers staan zich te verdringen op het gangpad om hun handbagage te pakken. Daarna staan ze als sardienen in een blik in datzelfde gangpad te wachten op het sein dat ze uit mogen stappen. Vervolgens ontstaat er een run naar de "immigration" waar de elektronische visa gecontroleerd moeten worden. Al het gehaast in het vliegtuig blijkt weer geen enkele zin te hebben gehad want de wachtrij heeft zich verplaatst van het vliegtuig naar de ruimte voor de ontvangsthal. Terwijl Hanny even op de tassen past, ga ik naar het toilet en tot mijn verbazing is het er erg hygiënisch. Ik had me voorbereid op toestanden zoals ik die in Krasnoyarsk AirPort in 1998 aantrof (of erger), maar het viel 100% mee.
De controle van de visa verliep daarentegen met de nodige strubbelingen. Het is03.55 uurin de nacht en de beambten nemen alle tijd om vriendelijk, maar traag, een digitaal portret te maken en vingerafdrukken in te scannen. Uiteindelijk staan we rond05.00 uurbuiten waar Jan ons op staat te wachten tussen de vele Indiërs. De chauffeur hielp onze koffers inladen in de vrij nieuwe Volkswagen en de dodenmansrit kon beginnen. Ik ben veel gewend wat autoritjes in het buitenland betreft, maar rijden in (Zuid-)India is een hoofdstuk apart. Iedereen haalt iedereen links en rechts in en in het begin weet je niet wat je overkomt. Alles went, ik ben vandaag enkele keren met de auto meegereden, maar je blijft schrikken van de situaties die zich telkens op de de weg voordoen.
In de ochtend heb ik samen met Hanny de omgeving verkend rondom het ziekenhuis. Eenmaal de compound uit, ga je met een bruggetje de rivier over en kun je langs de rivier richting Vellamadam lopen. De lokale bevolking doet de was in de niet zo schone rivier, wast er zich, poetst met het vieze water de tanden en vermaakt zich opperbest in het water. Je snapt niet hoe dat zo kan verkeren; de kade van de rivier is bezaaid met viezigheid en het schijnt ze niks te deren. Het is 35 graden Celsius en de verkoeling van het water heeft een grote aantrekkingskracht op de lokale bevolking. Hoewel ze mij niet in de rivier krijgen, kan ik wel begrijpen dat ze het doen.
De weg is er verschrikkelijk slecht en je moet regelmatig opzij stappen omdat er een motor, toektoek of auto langs komt scheuren. De mensen die we tegenkomen groeten ons vriendelijk en met sommigen kunnen we een praatje aanknopen. Op een gegeven moment stopt er een motorrijder met zijn zoontje dat achterop zit. Ze trakteren ons zomaar op een snoepje, terwijl ze ons niet kennen. Wij waren overdonderd door de vriendelijkheid van deze mensen. Het was een bijzondere voettocht door een wijkje waar ze normaal gesproken nooit een blanke in levende lijve hebben ontmoet. Hun huisjes zijn schoon, hun kleding kleurrijk, maar de omgeving zal hun een zorg zijn. Wat was dat toch een bijzondere ervaring; zoveel welgemeende hartelijkheid en gemeenschapszin.
Terug in het ziekenhuis maken we kennis met Father Hieronimus Cruz, de directeur van het grote kinderziekenhuis in Vellamadam, waar wij logeren. Een vriendelijke en belezen man die acht jaar in Rome heeft gestudeerd en die het hart op de juiste plaats heeft. Wij lunchen samen en hebben het al vrij gauw over onze motivatie en passies in het leven. Het is een gesprek waaruit blijkt we duidelijk een klik hebben met elkaar. Dit is een goede basis voor samenwerking in de toekomst.
De middag besteden we aan een bezoek aan het kinderhuis van de Ashoka Foundation in Muttom, dat met de hulp van Wilde Ganzen is opgezet in 2009. Eenmaal binnen kregen wij onverwacht een ontroerende onthaal door een groep kinderen die speciaal voor de gelegenheid een lang programma hadden ingestudeerd. De kinderen waren prachtig aangekleed en droegen voor, speelden toneel, zongen en dansten. Wij werden officieel als gasten geëerd met een mooie schelpenketting en een Indiase doek. De oudste kinderen waren slachtoffer van de Tsunami die hier verschrikkelijk heeft huisgehouden. Ze werden geschoold en konden nu als volwaardig burger integreren in de samenleving. De jongste kinderen kwamen uit situaties die erg onder de tsunami hadden geleden en huis en haard verloren hadden.
Na afloop van hun presentatie heb ik hen wat elementaire Nederlandse woordjes geleerd: hoofd, schouders, knie en teen, oren, ogen en puntje van je neus. Dat kwam goed van pas bij het instuderen van het in Nederland alom gekende liedje. De kinderen hadden een goede uitspraak van het Nederlands en vonden het liedje leuk om te doen. Daarna werden we uitgenodigd om een Indiase snack met hen te nuttigen en bekeken we op het dak van het kinderhuis een prachtige zonsondergang, uitkijkend op de oceaan. Het leven is prachtig.
Voldaan na een uitvoerige maaltijd maakten we weer een dodenmansrit naar het ziekenhuis, dronken gezamenlijk nog iets in het grote gastenverblijf waar Jan in mocht logeren en kon ik eindelijk gaan slapen. Een mooie en waardevolle dag in India. De indrukken hebben zich opgestapeld en ik ben benieuwd
Op weg naar India
De reis duurde al met al best lang. Tot Brussel ging heel voorspoedig. Gerard kon gewoon doorrijden en we hadden op het vliegveld zelfs nog tijd om met zijn vieren op ons gemak bij Starbucks koffie en thee te drinken. We hadden thuis online ingecheckt en dat leverde als voordeel op dat we de koffer meteen bij een aparte desk konden droppen. De openlijke aanwezigheid van militairen die uitgerust zijn met automatische wapens, verried dat in Brussel nog een verhoogde staat van paraatheid geldt. Het gaf mij niet het gevoel van veiligheid, terwijl dat waarschijnlijk wel de bedoeling van dit machtsvertoon is.
Het afscheid nemen van onze partners liep naadloos over in de paspoortcontrole en na een gebruikelijke controle van onze bagage (en een heuse drugstest zoals ik die herkende van "Border Security", konden we naar onze gate B6 om te boarden bij de Airbus van Etihad; een maatschappij die ik van harte kan aanbevelen vanwege het comfort en de goede service.
De reis naar Abu Dhabi verliep voorspoedig, maar duurde best lang: 6,5 uur. Gelukkig maar dat ik mijn e-book had meegenomen. Samen met de boeken die Elise Beckers me had meegegeven, had ik meer dan voldoende leesvoer voorhanden. Abu Dhabi AirPort is een heus overstap vliegveld. Het ziet er netjes uit en de gezagsdragers zien er ook als zodanig uit. Sommigen strak in het uniform, anderen gekleed zoals wij ons typische Arabieren voor zouden stellen. We kochten 2 flessen Whiskey van 15 jaar oud voor onze gastheren. We hadden van Jan gehoord dat ze daar gek op zijn, omdat ter plekke slechts derderangs merken te verkrijgen zijn. We kregen er een handbagagekoffer bij cadeau, da's toch mooi meegenomen.
Toen we via Gate T3 39 eenmaal in het vliegtuig zaten om naar Trivandum te gaan, moesten we zonder duidelijke reden 1 uur in het vliegtuig wachten. Vertraagd vertrokken we krap een uur later vanuit Abu Dhabi naar India. Hanny en ik hebben uitgebreid allerlei filosofische onderwerpen de revue laten passeren. Ik heb nog een aangenaam gesprek met mijn Engelse 'buurvrouw' in het vliegtuig gehad. Een advocaat uit Chester die in India yoga-lessen ging volgen en ook in koren zong in het Engelse.
Het leuke van zo'n reis is het bekijken en bekeken worden. Mensen met zeer uiteenlopende culturele achtergronden staan in dezelfde (wacht)rijen, moeten gelaten meewerken aan allerlei controles en zitten even lang in vliegtuigen. De internationale vliegvelden zien er wel allemaal hetzelfde uit. De verschillen zitten hem vooral in de verhouding van reizigers uit verschillende landen. Op het vliegveld van Abu Dhabi was het aantal blanke Europeanen als aanzienlijk afgenomen. In het vliegtuig naar India waren we duidelijk in de minderheid. Ik ben benieuwd hoe dat straks in Zuid-India zal voelen. Bekijken of bekeken worden, dát is de vraag.
Welkom op mijn Reislog!
Hallo en welkom op mijn reislog!
Dé plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens deze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie over mijzelf en de reis die ik ga maken vind je in het profiel.
Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.
Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!
Leuk dat je met me meereist!
Groetjes,
Paul